Toen Esther Wokke in 2019 genomineerd was voor de titel Leerkracht van het Jaar, kreeg ze van de toenmalige onderwijsminister een opdracht: rol jouw lessen omgangskunde uit over heel Nederland. ,,Nou, dat ben ik aan het doen!’’
Ze geeft omgangskunde op De Spinaker (voortgezet speciaal onderwijs) in Alkmaar en is hier mentor van de brugklas. Daarnaast geeft ze trainingen en masterclasses aan leerkrachten en mentoren. ,,Maar eigenlijk moet je veel eerder beginnen dan in het voortgezet onderwijs. Je moet geen pleisters plakken, dan ben je te laat, je moet voorkomen dat ze in de fout gaan. Je moet dus vooraan beginnen, bij de allerjongsten, preventief.’’
Daarom geeft ze nu ook team-trainingen op De Vlindertuin (speciaal basisonderwijs) en basisschool De Regenboog (Tochtwaard) in Alkmaar, waar het vak omgangskunde standaard is ingeroosterd. ,,Gevoel kent geen niveau of leeftijd, je kunt mijn zelfgemaakte lessen aan kleuters geven en aan mbo-leerlingen. Hoe dat komt? Ik geef les op zielsniveau. En volgens mij is dat ook de enige manier. Alleen dan kom je bij de leerlingen binnen. Eerst het kind, dan de leerling’’, benadrukt ze.
Want dat is haar motto, of ze nu voor een klas staat of een groep leerkrachten: eerst het kind dan de leerling. ,,Als je vader en moeder gaan scheiden, is het logisch dat je daarmee bezig bent, dat je verdrietig bent. Dan heb je wel wat beters te doen dan de stelling van Pythagoras leren?! Daar moet je dus eerst mee aan de slag voor je een kind ook maar iets kunt bijbrengen. Je ziet zo vaak docenten die vastgeroest zijn, alleen maar hun lesje afdraaien. Dan kun je kinderen toch niks leren? Kijk eerst naar het kind én maak van elke les een feestje, dan beklijft het veel meer.’’
Haar lessen zijn altijd een feestje. Ze daagt de kinderen uit, zorgt dat ze dieper nadenken over wat ze denken en doen, dat ze zich zo veilig voelen, dat ze over hun gevoelens durven te praten en die ook te tonen. ,,Alleen als een kind zich veilig voelt, kan het zich ontwikkelen.’’
Om dat te bereiken, vertelt ze, moet je zorgen dat hun brein openstaat, als een parachute. Dat ze, als je ze vraagt op zoek te gaan naar ’de zevende dwerg’ op een Sneeuwwitje-prent, niet alleen uitkijken naar dwerg nummer zeven. Pas dan valt hun oog waarschijnlijk ineens op die ene dwerg die bij de gootsteen staat, met een zeef.
Het brein openzetten doet ze niet alleen in haar lessen aan kinderen, maar ook tijdens trainingen en masterclasses aan leerkrachten en mentoren. ,,Ik vraag dan of ze allemaal hun blocnote willen pakken. Paniek! De een na de ander duikt zijn tas in. ’Wist jij dat we die mee moesten nemen?’ Zo leuk is dat. Ze zien dit dingetje, dat al de hele tijd voor ze ligt, allemaal over het hoofd.’’ Ze pakt een soort dobbelsteen van tafel. Een blokje met daarop een muzieknoot. ,,Een bloknoot. Heel simpel, maar het zorgt er wel voor dat je je brein openstelt voor andere denkrichtingen. En met een open brein kun je oplossingsgericht denken, train je je veerkracht en innovatiekracht.’’
(Tekst gaat door onder de foto)
Nog een heel belangrijke tip voor elke juf, meester, docent of mentor, eentje die ze zelf dankt aan voetbalachtergrond -Esther heeft op hoog niveau gespeeld: zorg dat je klas een team is. ,,Ik geef specifiek trainingen om leerkrachten te leren van een klas een team te maken. Want iedereen wil bij een team horen en in dat team blijven. Zeker een puber wil echt niet uit het team gezet worden’’, verzekert ze. ,,En dat is wel wat er gebeurt als je het bij mij verknalt. Als je liegt, of geen respect toont voor de anderen of voor mij. Je moet het bont maken, maar dan zet ik je uit het team en dan kom je er ook niet meer in.’’
Als een van de teamleden niet lekker in zijn vel zit, moet de leerkracht dat weten. ,,Als je geblesseerd bent, dan wil je trainer of coach dat toch ook weten? Want zonder keeper of met tien tegen elf man verlies je uiteindelijk altijd, gegarandeerd.’’ Als de klas een team is, wordt er ook niet gepest, stelt ze. ,,Als ergens mijn haren van overeind gaan staan, is het wel als een leerkracht het pestprotocol uit de kast trekt. Dan ben je te laat! Je moet zorgen dat de klas een team is. Een teamgenoot ga je niet pesten, want je wilt samen winnen.’’
En de trainer, coach en dus ook de kleuterjuf, de leraar wiskunde of de mentor van de brugklas moet er altijd zijn om de kinderen te begeleiden, te helpen en aan te moedigen. ,,Want lesgeven is alles geven’’, benadrukt ze. ,,Ik vraag leerkrachten altijd of ze moe zijn na een dag werken. En zo ja, of ze dat erg vinden. Wat mij betreft is het de bedoeling dat je moe bent en mag je dat nooit erg vinden. De kinderen verdienen het dat je alles geeft. We vragen ook van alles aan die kinderen, ze moeten van alles kunnen, van alles doen. Dat moet jij als docent ook.’’
Een docent vergeet vaak hoe belangrijk hij is, stelt ze. ,,Je kunt niet zomaar lesgeven, er zit zo veel onder. Sommige docenten snappen niet waarom je mentor moet zijn, wat je dan moet doen. Ik begrijp dat niet, je moet er toch zijn voor die kinderen, je moet er toch voor zorgen dat ze opgroeien tot evenwichtige mensen? Als je dat niet snapt, had je misschien gewoon een ander vak moeten kiezen.’’
Wat niet betekent dat Esther ze daar niet een beetje bij kan helpen, om ze met haar trainingen en masterclasses te leren hun ’team’ te begeleiden. ,,Het gebeurt regelmatig dat tijdens zo’n training een aantal mentoren of leerkrachten emotioneel wordt. Ik geef ze bijvoorbeeld een badeendje en vraag wanneer zij in hun eentje zijn. Voor de een is dat wanneer ze alleen in de auto zit, de ander denkt terug aan zijn kindertijd toen hij zich vaak heel eenzaam voelde. Of ik geef ze een plaatje van een telefoon: als je één telefoontje mocht plegen met de hemel, wie zou je dan bellen? Dan zijn er altijd tranen. Maar huilen mag, dan laat je zien dat je mens bent.’’
(Tekst gaat door onder de foto)
Een essentiële schakel in de keten had ze tot dusver nog niet echt te pakken: de ouders van haar leerlingen. ,,Ouders zijn heel belangrijk, ze zijn het verlengstuk van de leerkracht of de mentor en andersom’’, vertelt Esther. ,,Ik heb vaak de ouders niet direct op mijn hand, dat komt pas als ze me kennen. Maar dat is nog best lastig, want dan ben ik afhankelijk van wat de kinderen over me vertellen en pubers praten thuis niet zo veel. En bovendien; ze kúnnen ook niet alles vertellen, want wat in mijn les wordt gezegd of gedaan, blijft ook in de les. Dat is juist de veiligheid die ik ze bied.’’
Dus toen besloot ze de ouders ook gewoon les te gaan geven. Met vergelijkbare opdrachten die ze hun kinderen geeft. Zoals ze de kinderen vraagt zichzelf te koop aan te bieden op Marktplaats, vraagt ze hun ouders hun kind op Marktplaats te zetten. ,,Vervolgens laat ik die advertenties zien aan de kinderen. Weet jij welke advertentie over jou gaat, herken je jezelf erin en -heel belangrijk- zou je jezelf kopen? Ik laat de kinderen hun ouders ook interviewen: vind jij jezelf een goede opvoeder? Wat wilde jij vroeger worden en ben je tevreden met wat je nu bent? Kan ik goed grenzen aangeven voor jou? De kinderen en hun ouders gaan dan op een heel andere manier naar elkaar kijken, begrijpen elkaar beter. Ze gaan weer met elkaar in gesprek, in plaats van op hun telefoon.’’
(Tekst gaat door onder de foto)
Ze geeft les op de Spinaker, ze geeft masterclasses en trainingen door heel Nederland en nu dus ook nog trainingen op basisscholen en aan ouders. Heeft ze zo langzamerhand nog wel tijd voor wat ze allemaal doet? ,,Eigenlijk niet, nee’’, beaamt ze lachend. ,,Maar ik vind wel dat ik kinderen les moet blijven geven. Je moet met je poten in de klei blijven staan, anders weet je niet waar je het over hebt. Maar ik kan nu eenmaal niet elk kind lesgeven, juist daarom zou elke mentor eigenlijk de omgangskundelessen uit mijn agenda (haar Super Schooljaar Agenda met voor elke dag een kant en klare les, red.) moeten geven. En daar kan ik ze wel bij helpen. Want alleen een beetje mijn lessen kopiëren is niet voldoende. Je moet ook begrijpen waarom ik het zo doe. Want wat ik doe is zoveel meer. Eigenlijk geef ik levenskunde op maat. Mijn missie is ervoor te zorgen dat alle kinderen in Nederland lekker in hun vel zitten.’’